Informatie over het woord deel (Nederlands → Esperanto: parto)

Synoniemen: gedeelte, onderdeel, part, stuk

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/del/
Afbrekingdeel
Geslachtonzijdig
Meervouddelen

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
deeltjedeeltjes

Voorbeelden van gebruik

De helft van het verdiende salaris zond ik naar huis en het grootste deel van de andere helft zette ik op de bank.
Natuurlijk wisten we toen slechts een deel van dit alles.
Ons succes hangt voor een groot deel af van de bruikbaarheid van de vliegtuigen die we meekrijgen.
Na weken van hevige regens dreigden grote delen van met name Noord‐Nederland onder te lopen.
Een deel van de staart ontbrak.

Vertalingen

Afrikaansdeel; onderdeel
Albaneespjesë
Catalaanspart
Deensdel
DuitsAnteil; Stück; Teil; Partie
Engelspart; portion; share
Engels (Oudengels)dæl
Esperantoparto
Faeröerslutur; partur
Finsosa
Franscontingent; part; partie; portion
Hongaarsrész
Jamaicaans Creoolspaat
LuxemburgsDeel
Nederduitsdeyl; gedeylde; underdeyl
Noorsdel
Papiamentsparti; porshon
Portugeesparte
Russischдоля; часть
SaterfriesAndeel; Deel; Paatie; Stuk
Schotspairt
Spaansparte; porción
Swahilikipande; sehemu
Thaisตอน; ช่วง
Tsjechischčást; díl; podíl
Westerlauwers Friesstik; ûnderdiel; diel; part