Information über das Wort excerperen (Niederländisch → Esperanto: resumi)

Synonyme: resumeren, samenvatten

WortartVerb
Aussprache/ɛksɛrˈperə(n)/
Trennungex·cer·pe·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) excerpeer(ik) excerpeerde
(jij) excerpeert(jij) excerpeerde
(hij) excerpeert(hij) excerpeerde
(wij) excerperen(wij) excerpeerden
(jullie) excerperen(jullie) excerpeerden
(gij) excerpeert(gij) excerpeerdet
(zij) excerperen(zij) excerpeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) excerpere(dat ik) excerpeerde
(dat jij) excerpere(dat jij) excerpeerde
(dat hij) excerpere(dat hij) excerpeerde
(dat wij) excerperen(dat wij) excerpeerden
(dat jullie) excerperen(dat jullie) excerpeerden
(dat gij) excerperet(dat gij) excerpeerdet
(dat zij) excerperen(dat zij) excerpeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
excerpeerexcerpeert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
excerperend, excerperende(hebben) geëxcerpeerd

Übersetzungen

Deutschsummieren; zusammenfassen
Englischabstract
Esperantoresumi
Finnischtehdä yhteenveto
Französischabréger; résumer
Katalanischresumir
Papiamentoresumí
Portugiesischresumir; tornar a somar
Saterfriesischsummierje; touhoopefoatje
Spanischresumir
Westfriesischgearfetsje