Informatie over het woord fanfaroni

Woordsoortwerkwoord
Afbrekingfan·fa·ron·i

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdfanfaronas
Verleden tijdfanfaronis
Toekomende tijdfanfaronos
 
Voorwaardelijke wijs
fanfaronus
 
Gebiedende wijs
fanfaronu

Actieve deelwoorden
Tegenwoordige tijdfanfaronanta
Verleden tijdfanfaroninta
Toekomende tijdfanfarononta

Vertalingen

Afrikaansspog
Catalaansfanfarronejar
Deensprale
Duitsausposaunen; prahlen; aufschneiden; angeben; sich brüsten
Engelsboast; brag
Faeröersreypa
Fransfaire le malin; fanfarroner
IJslandsgorta; skruma
Nederlandsbluffen; ophakken; opscheppen; pochen; snoeven; snorken; stoffen; zwetsen; grootspreken; opsnijden; stoefen
Noorsskryte
Papiamentsblòf
Portugeesfanfarrear
Saterfriesbroaskje; flunkerje; kropje; proalje
Spaansfanfarronear; jactarse
Zweedsskryta