Informatie over het woord facila

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Afbrekingfa·cil·a

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
Nominatieffacilafacilaj
Accusatieffacilanfacilajn

Vertalingen

Afrikaansmaklik
Albaneeslehtë
Catalaansfàcil
Deenslet; nem
Duitsgeläufig; leicht; mühelos; einfach; bequem; gewandt; flink; beschwingt
Engelseasy; facile; light
Faeröerslættur
Finshelppo
Fransfacile
Hongaarskönnyű
Italiaansfacile
Latijnfacilis
Luxemburgsliicht
Nederduitslicht
Nederlandsgemakkelijk; licht; makkelijk; vlot
Papiamentsfásil
Poolsłatwy
Portugeesbrando; fácil; suave
Roemeensușor
Russischлёгкий
Saterfrieslicht; mäkkelk; nit stuur; reedelk
Schots-Gaelischsoirbh
Spaansfácil
Srananmakriki
Swahilirahisi
Thaisสะดวก; สะดวกสบาย; ง่าย
Westerlauwers Friesmaklik
Zweedslätt