Synoniemen: begeren, zin hebben in, zin hebben, trek hebben in, verkiezen, verlangen, verlangen naar
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈʋɛnsə(n)/ |
---|
Afbreking | wen·sen |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) wens | (ik) wenste |
(jij) wenst | (jij) wenste |
(hij) wenst | (hij) wenste |
(wij) wensen | (wij) wensten |
(jullie) wensen | (jullie) wensten |
(gij) wenst | (gij) wenstet |
(zij) wensen | (zij) wensten |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) wense | (dat ik) wenste |
(dat jij) wense | (dat jij) wenste |
(dat hij) wense | (dat hij) wenste |
(dat wij) wensen | (dat wij) wensten |
(dat jullie) wensen | (dat jullie) wensten |
(dat gij) wenset | (dat gij) wenstet |
(dat zij) wensen | (dat zij) wensten |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
wens | wenst |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
wensend, wensende | (hebben) gewenst |
Wat wenst u van mij, juffers?
Op dat moment werd hij gestoord door Super en Hieper die hem beleefd goedemorgen wensten.
Maar in elk geval had het de gewenste uitwerking.