Informatie over het woord afdwalen (Nederlands → Esperanto: devojiĝi)

Synoniemen: dwalen, de weg kwijtraken, van de weg afwijken, verdwalen, verdolen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑvdʋalə(n)/
Afbrekingaf·dwa·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) dwaal af(ik) waalde af
(jij) dwaalt af(jij) waalde af
(hij) dwaalt af(hij) waalde af
(wij) dwalen af(wij) waalden af
(jullie) dwalen af(jullie) waalden af
(gij) dwaalt af(gij) waaldet af
(zij) dwalen af(zij) waalden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afdwale(dat ik) afwaalde
(dat jij) afdwale(dat jij) afwaalde
(dat hij) afdwale(dat hij) afwaalde
(dat wij) afdwalen(dat wij) afwaalden
(dat jullie) afdwalen(dat jullie) afwaalden
(dat gij) afdwalet(dat gij) afwaaldet
(dat zij) afdwalen(dat zij) afwaalden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afdwalend, afdwalende(zijn) afgedwaald

Voorbeelden van gebruik

Dwaal niet af!

Vertalingen

Afrikaansverdwaal
Duitssich verirren; sich verlaufen
Engelsaberrate; go astray; stray off
Esperantodevojiĝi; elvojiri; vojerari; erari
Italiaansperdersi; smarrirsi
Portugeesir à garra; perder o rumo
Saterfriesferdweele
Spaansdescarriarse; desviarse; extraviarse; perderse
Thaisหลงทาง; หลง
Westerlauwers Friesferdwale; ôfdwale