Informatie over het woord dwalen (Nederlands → Esperanto: devojiĝi)

Synoniemen: afdwalen, de weg kwijtraken, van de weg afwijken, verdwalen, verdolen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdʋalə(n)/
Afbrekingdwa·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) dwaal(ik) dwaalde
(jij) dwaalt(jij) dwaalde
(hij) dwaalt(hij) dwaalde
(wij) dwalen(wij) dwaalden
(jullie) dwalen(jullie) dwaalden
(gij) dwaalt(gij) dwaaldet
(zij) dwalen(zij) dwaalden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) dwale(dat ik) dwaalde
(dat jij) dwale(dat jij) dwaalde
(dat hij) dwale(dat hij) dwaalde
(dat wij) dwalen(dat wij) dwaalden
(dat jullie) dwalen(dat jullie) dwaalden
(dat gij) dwalet(dat gij) dwaaldet
(dat zij) dwalen(dat zij) dwaalden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
dwaaldwaalt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
dwalend, dwalende(hebben) gedwaald

Vertalingen

Afrikaansverdwaal
Duitssich verirren; sich verlaufen
Engelsgo astray; stray off; aberrate; lose one’s way
Esperantodevojiĝi; elvojiri; vojerari; erari
Italiaansperdersi; smarrirsi
Portugeesir à garra; perder o rumo
Saterfriesferdweele
Spaansdescarriarse; desviarse; extraviarse; perderse
Thaisหลงทาง; หลง
Westerlauwers Friesferdwale; ôfdwale