Informatie over het woord abstineren (Nederlands → Esperanto: abstini)

Synoniemen: zich abstineren, zich onthouden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɑpstiˈneːrə(n)/
Afbrekingab·sti·ne·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) abstineer(ik) abstineerde
(jij) abstineert(jij) abstineerde
(hij) abstineert(hij) abstineerde
(wij) abstineren(wij) abstineerden
(jullie) abstineren(jullie) abstineerden
(gij) abstineert(gij) abstineerdet
(zij) abstineren(zij) abstineerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) abstinere(dat ik) abstineerde
(dat jij) abstinere(dat jij) abstineerde
(dat hij) abstinere(dat hij) abstineerde
(dat wij) abstineren(dat wij) abstineerden
(dat jullie) abstineren(dat jullie) abstineerden
(dat gij) abstineret(dat gij) abstineerdet
(dat zij) abstineren(dat zij) abstineerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
abstineerabstineert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
abstinerend, abstinerende(hebben) geabstineerd

Vertalingen

Catalaansabstenir‐se; fer abstinència
Duitssich enthalten; Abstinenz üben
Engelsabstain
Esperantoabstini
Fransfaire abstinence; s’abstenir; s’abstenir de
IJslandshalda sig frá
Latijnabstinere
Portugeesabster‐se
Spaanspracticar la abstinencia