Informatie over het woord tree (Nederlands → Esperanto: ŝtupo)

Synoniemen: traptrede, opstap, opstapje, trede

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/tre/
Afbrekingtree
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudtreeën, trees

Voorbeelden van gebruik

De gang eindigde bij de onderste tree van een trap.
Mario Gonzalo, die net de bovenste tree van de trap had bereikt en zijn droge martini van Henry, de onovertroffen kelner, aangereikt had gekregen, zei: „Wat is niet levensecht?”

Vertalingen

Catalaansesglaó; graó
DuitsStaffel; Stufe
Engelsrung; stair; step
Esperantoŝtupo
Faeröersstig; trappusteinur
Finsporras
Fransmarche
Portugeesdegrau; escalão
SaterfriesStappe
Schotsstap
Spaansgrada; peldaño
Westerlauwers Friestree