Informatie over het woord schop (Nederlands → Esperanto: ŝovelilo)

Synoniemen: blik, schep

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/sxɔp/
Afbrekingschop

Voorbeelden van gebruik

Hij ging naar buiten, kocht een schop en een houweel, en legde die in zijn auto.
Bertie zette zich in beweging in de richting van de stal waar zij de houweel en de schop hadden gezien.

Vertalingen

Deensskovl
DuitsSchaufel; Schüppe; Schippe
Engelsshovel
Esperantoŝovelilo
Faeröersskupla; spaki
Franspelle
Portugees
SaterfriesSköifel; Skuppe
Spaanspala