Informatie over het woord minister‐president (Nederlands → Esperanto: ĉefministro)

Synoniemen: eerste minister, premier

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/minɪstərpreziˈdɛnt/
Afbrekingmi·nis·ter‐pre·si·dent
Geslachtmanlijk
Meervoudminister‐presidenten

Voorbeelden van gebruik

Gerrit Schotte (MFK) was tot september 2012 de minister‐president van Curaçao.
Op de avond van de volgende dag zat minister‐president Dreutel met een zorgelijk gelaat de krant te lezen.
Als alles volgens plan verloopt, is Tusk voor middernacht minister‐president.
De ondernemende minister‐president ligt zwaar onder vuur.
Thomas Kemmerich van de Duitse liberale partij FDP heeft donderdag zijn taken als minister‐president van de deelstaat Thüringen al na één dag neergelegd.
Hij is nu al weken minister‐president en er is niks gebeurd!

Vertalingen

Afrikaanseerste minister; premier
Catalaansprimer ministre
DuitsMinisterpräsident; Premierminister
Engelspremier; prime minister; PM
Esperantoĉefministro; premiero; ministroprezidanto
Faeröersforsætisráðharri
Jamaicaans Creoolspraim minista
LuxemburgsPremierminister
Papiamentspromé minister
Poolspremier
Portugeesprimeiro ministro
Schotsprime meenister
Spaansprimer ministro
Turksbaşbakan