Informatie over het woord present (Nederlands → Esperanto: ĉeestanta)

Synoniemen: aanwezig, tegenwoordig

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/preˈzɛnt/
Afbrekingpre·sent

Voorbeelden van gebruik

Om negen uur belde hij commissaris Van den Heuvel op en meldde zich present.

Vertalingen

Afrikaansteenwoordig
Duitsanwesend
Engelspresent
Esperantoĉeestanta
Fransprésent
Italiaanspresente
Nederduitsteagenwöördig; teagenswoordig
Papiamentspresente
Portugeespresente
Saterfriesanweesend
Spaansactual; presente
Tsjechischpřítomný
Westerlauwers Friesbywêzich; oanwêzig
Zweedsnärvarande