Informatie over het woord deprimeren (Nederlands → Esperanto: deprimi)

Synoniemen: neerdrukken, neerslachtig maken, terneerdrukken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/depriˈmerə(n)/
Afbrekingde·pri·me·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) deprimeer(ik) deprimeerde
(jij) deprimeert(jij) deprimeerde
(hij) deprimeert(hij) deprimeerde
(wij) deprimeren(wij) deprimeerden
(jullie) deprimeren(jullie) deprimeerden
(gij) deprimeert(gij) deprimeerdet
(zij) deprimeren(zij) deprimeerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) deprimere(dat ik) deprimeerde
(dat jij) deprimere(dat jij) deprimeerde
(dat hij) deprimere(dat hij) deprimeerde
(dat wij) deprimeren(dat wij) deprimeerden
(dat jullie) deprimeren(dat jullie) deprimeerden
(dat gij) deprimeret(dat gij) deprimeerdet
(dat zij) deprimeren(dat zij) deprimeerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
deprimeerdeprimeert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
deprimerend, deprimerende(hebben) gedeprimeerd

Voorbeelden van gebruik

In het begin waren de interviews nogal deprimerend.
Ellimere had ter ere van zijn verjaardag een feestmaal georganiseerd in de grote zaal, maar het werd een gebeuren zonder glans, voornamelijk door Sams deprimerende aanwezigheid.

Vertalingen

Duitsdeprimieren; niederdrücken; entmutigen
Engelsdepress
Esperantodeprimi
Fransabattre
Hongaarsdeprimál
Portugeesabater; deprimir; desanimar
Spaansabatir; deprimir; desalentar
Westerlauwers Friesdeprimearje