Informatie over het woord zoemer (Nederlands → Esperanto: zumilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈzumər/
Afbrekingzoe·mer
Geslachtmanlijk
Meervoudzoemers

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
zoemertjezoemertjes

Voorbeelden van gebruik

De zoemer op zijn bureau deed hem naar de hoorn grijpen.

Vertalingen

DuitsSummer
Engelsbuzzer
Esperantozumilo