Informatie over het woord wodka (Nederlands → Esperanto: vodko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋɔtka/
Afbrekingwod·ka
Geslachtmanlijk
Meervoudwodka’s

Voorbeelden van gebruik

Ze dronk haar wodka op en zette haar lege glas op de tapkast.
Ze zei dat mevrouw Palmer alleen thuis was en behoorlijk vol wodka zat.
Hij schonk wat wodka op het ijs en liet dan een paar druppels uit een andere fles in het glas vallen.

Vertalingen

Afrikaanswodka
Engelsvodka
Esperantovodko
Finsvodka
Fransvodka
Grieksβότκα
Portugeesvodca
Russischводка
Spaansvodka