Informatie over het woord leven (Nederlands → Esperanto: vivo)

Synoniem: hachje

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈlevə(n)/
Afbrekingle·ven
Geslachtonzijdig
Genitieflevens
Meervoudlevens

Voorbeelden van gebruik

Het geld gaven ze uit aan de goede dingen des levens.
De Bromo ligt ongeveer 275 kilometer ten oosten van de Merapi, die door recente uitbarstingen zeker 322 levens heeft geëist.
Je hebt dus nog nooit iemand van het leven beroofd?
Er zat beslist weinig leven meer in de man.

Vertalingen

Afrikaanslewe
Albaneesjetë
Catalaansvida
Deensliv
DuitsLeben
Engelslife
Engels (Oudengels)lif
Esperantovivo
Faeröerslív
Fransvie
Grieksζωή
Hongaarsélet
IJslandslíf; æfi
Italiaansvita
Jiddischלעבן
Latijnvita
LuxemburgsLiewen
Nederduitsleaven; leyven
Noorsliv
Papiamentsbida
Poolsżycie
Portugeesvida; viver
Roemeensviață
Russischжизнь
SaterfriesLieuwend
Schotslife
Spaansvida
Swahilimaisha
Thaisชีวิต
Tsjechischživot
Turksçoğulu
Westerlauwers Friesleven; libben
Zweedslevnad; liv