Informatie over het woord Tor (Duits → Esperanto: pordego)

Uitspraak/toːr/
AfbrekingTor
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtonzijdig

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefTorTore
GenitiefTors, ToresTore
DatiefTor, ToreToren
AccusatiefTorTore

Vertalingen

Deensport
Engelsgate
Engels (Oudengels)geat; gæt
Esperantopordego
Faeröersgrind
Hongaarskapu
Latijnporta
Nederlandspoort
Papiamentsporta
Poolsbrama
Portugeesportão
Roemeenspoartă
SaterfriesPoute
Schots-Gaelischgeata
Spaansportalada; puerta
Swahilimlango; geti
Tsjechischbrána; branka; vrata
Turkskapı
Westerlauwers Friespoarte
Zweedsport