Informatie over het woord Staub (Duits → Esperanto: polvo)

Uitspraak/ʃtaʊp/
Woordsoortzelfstandig naamwoord
Geslachtmanlijk

Verbuiging

 EnkelvoudMeervoud
NominatiefStaub
GenitiefStaubs, Staubes
DatiefStaub, Staube
AccusatiefStaub

Voorbeelden van gebruik

Als der Staub sich lichtete, sah er den Mann am Straßenrand liegen.

Vertalingen

Afrikaansseekat; stof
Catalaanspols
Deensstøv
Engelsdust
Engels (Oudengels)dust
Esperantopolvo
Faeröersdust
Finspöly
Franspoussière
Hawaiaansehu; ehu lepo; uahi; kuehu; lelehuna; lepo ʻaeʻae; ʻehu
Hongaarspor
Italiaanspolvere
Jiddischשטויב
Latijnpulvis
LuxemburgsStëbs
Maleisdebu; habuk
Nederlandsstof
Noorsbøss; støv
Papiamentspuiro; puiru
Poolskurz
Portugeespó; poeira
Russischпыль
SaterfriesMot; Stoaf
Schotspouder; stour
Schots-Gaelischstùr
Spaanspolvo
Thaisขี่ดิน; ฝุ่น
Tsjechischprach; prášek
Welsllwch
Westerlauwers Friesstof
Zweedsdamm