Information about the word geprononceerd (Dutch → Esperanto: trafa)

Synonyms: juist, raak, snedig, treffend

Part of speechadjective
Pronunciation/ɣəpronɔnˈsert/
Hyphenationge·pro·non·ceerd

Degrees of comparison

Positivegeprononceerd
Comparativegeprononceerder
Superlativegeprononceerdst

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativegeprononceerdgeprononceerder(het) geprononceerdst, (het) geprononceerdste
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralgeprononceerdegeprononceerderegeprononceerdste
Indefinite singulargeprononceerdgeprononceerdergeprononceerdst
Pluralgeprononceerdegeprononceerderegeprononceerdste
Definitegeprononceerdegeprononceerderegeprononceerdste
Partitivegeprononceerdsgeprononceerders 

Translations

Englishapposite; appropriate; apt; pertinent; striking
Esperantotrafa
Finnishosua
Polishtrafny
Portugueseacertado; categórico; decisivo; justo