Informatie over het woord taxi (Nederlands → Esperanto: taksio)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtɑksi/
Afbrekingtaxi
Geslachtmanlijk
Meervoudtaxi’s

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
taxietjetaxietjes

Voorbeelden van gebruik

Hij wacht op een taxi.
Ik zal proberen een taxi te vinden.
De taxi bracht Bond naar het vliegveld aan de andere kant van het eiland.
Laten we eens erg verkwistend doen en een taxi nemen.
Ja, hij had bij het station een taxi genomen.
Men kan ook in een taxi gaan, maar dat is minder.
In het spiegeltje zag hij Goldman in een taxi stappen en wegrijden.

Vertalingen

Afrikaanstaxi
Catalaanstaxi
Deenstaxi; taxa
DuitsTaxe; Taxi
Engelscab; taxi
Esperantotaksio; motorfiakro
Franstaxi
Grieksταξί
Hongaarstaxi
Maleistaksi
Noorsdrosje
Papiamentstaksi
Poolstaksówka
Portugeestáxi
Roemeenstaxi
Russischнаёмный автомобиль
SaterfriesTaxe; Taxi
Spaanstaxi
Thaisแท็กซี่; รถแท็กซี่
Tsjechischtaxi; taxík
Turkstaksi
Westerlauwers Friestaksy
Zweedsdroskbil; hyrbil