Informatie over het woord afhellen (Nederlands → Esperanto: deklivi)

Synoniemen: glooien, hellen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈɑfɦelə(n)/
Afbrekingaf·hel·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) hel af(ik) helde af
(jij) helt af(jij) helde af
(hij) helt af(hij) helde af
(wij) hellen af(wij) helden af
(jullie) hellen af(jullie) helden af
(gij) helt af(gij) heldet af
(zij) hellen af(zij) helden af
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) afhelle(dat ik) afhelde
(dat jij) afhelle(dat jij) afhelde
(dat hij) afhelle(dat hij) afhelde
(dat wij) afhellen(dat wij) afhelden
(dat jullie) afhellen(dat jullie) afhelden
(dat gij) afhellet(dat gij) afheldet
(dat zij) afhellen(dat zij) afhelden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
afhellend, afhellende(hebben) afgeheld

Vertalingen

Duitsabfallen
Engelsslope down
Esperantodeklivi
Portugeesformar declive
Westerlauwers Friesdeldrage