Informatie over het woord onbenullig (Nederlands → Esperanto: stulta)

Synoniemen: bot, dom, schaapachtig, stom, stupide, zwakhoofdig

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɔmbəˈnɵləx/
Afbrekingon·be·nul·lig

Trappen van vergelijking

Stellende traponbenullig
Vergrotende traponbenulliger
Overtreffende traponbenulligst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefonbenulligonbenulliger(het) onbenulligst, (het) onbenulligste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudonbenulligeonbenulligereonbenulligste
Onzijdig enkelvoudonbenulligonbenulligeronbenulligst
Meervoudonbenulligeonbenulligereonbenulligste
Bepaaldonbenulligeonbenulligereonbenulligste
Partitiefonbenulligsonbenulligers 

Vertalingen

Afrikaansstom; dom
Albaneesmarrë
Catalaansbeneit; estult; estúpid; neci; nici; toix
Deensdum
Duitsalbern; dumm; dämlich
Engelsstupid; addled; sheepish; silly; dull; dumb
Esperantostulta
Faeröerstápuligur
Finstyhmä
Fransidiot; sot; stupide
Hongaarsbuta
Italiaansignorante; sciocco; stupido
Latijnbardus; blennus; stultus
Luxemburgsblöd
Papiamentsbobo; bubè; chambòn; sokete
Poolsgłupi
Portugeesestulto; estúpido; imbecil; lerdo; lorpa; parvo; tolo
Russischглумый
Saterfriesbieslänsk; dum; ferwoand; hoolfwies; hoolich; labberch
Spaansestólido; zote
Sranandon
Thaisโง่
Tsjechischhloupý; pitomý
Turksahmak; akılsız
Westerlauwers Friesdom
Zweedsdum