Information about the word spijl (Dutch → Esperanto: stango)

Synonyms: baar, boom, paal, pijp, roe, roede, schacht, schaft, staaf, stang

Part of speechcommon noun
Pronunciation/spɛi̯l/
Hyphenationspijl

Usage samples

Hij greep de spijlen en duwde het bed de gang op.
Alex keek tussen de ijzeren spijlen van het hek, maar zag geen beweging.
Van een paar spijlen was de punt afgebroken.

Translations

Catalanbarra; pal; vara
Czechprut; tyč; žerď
Englishbar
Esperantostango
Faeroesestólpi; stong
Frenchbarre; barreau; bâton; gaule; perche
GermanBarre; Stange
Italianbarra
Latinasser; contus; hasta; trudis
Norwegianstang
Papiamentobara
Portuguesecana; estaca; haste; mastro; pau; percha; poste; vara
Russianбрусок
Saterland FrisianPeel; Stange
Spanishbarra; vara
Swedishspö
West Frisianstange