Informatie over het woord beslissen (Nederlands → Esperanto: definitivigi)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈslɪsə(n)/
Afbrekingbe·slis·sen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) beslist(hij) beslistte
(zij) beslissen(zij) beslistten
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) beslisse(dat hij) beslistte
(dat zij) beslissen(dat zij) beslistten
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
beslissend, beslissende(hebben) beslist

Voorbeelden van gebruik

In enkele uren was de strijd beslist.

Vertalingen

DuitsEndgültigkeit verlehen; festmachen; definitiv abmachen
Engelsdecide
Esperantodefinitivigi
Portugeesdecidir definitivamente; tornar definitivo