Synoniemen: ergerlijk, scandaleus, schandalig, schandelijk
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /anˈstotələk/ |
---|
Afbreking | aan·sto·te·lijk |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | aanstotelijk |
---|
Vergrotende trap | aanstotelijker |
---|
Overtreffende trap | aanstotelijkst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | aanstotelijk | aanstotelijker | (het) aanstotelijkst, (het) aanstotelijkste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | aanstotelijke | aanstotelijkere | aanstotelijkste |
---|
Onzijdig enkelvoud | aanstotelijk | aanstotelijker | aanstotelijkst |
---|
Meervoud | aanstotelijke | aanstotelijkere | aanstotelijkste |
---|
Bepaald | aanstotelijke | aanstotelijkere | aanstotelijkste |
---|
Partitief | aanstotelijks | aanstotelijkers | |
---|