Informo pri la vorto meneer (nederlanda → esperanto: sinjoro)

Sinonimoj: heerschap, here, sinjeur, heer

Vortspecosubstantivo
Prononco/məˈner/
Dividome·neer
Genrovira
Pluralomeneren

Diminutivo
SingularoPluralo
meneertjemeneertjes

Uzekzemploj

Het net sluit zich, meneer!
Meneer Dijkstra was het hier helemaal mee eens.
Ik heb deze zaak opgezet omdat ik weet waar ik over praat, meneer!
U beschrijven, meneren, hoe de zaken daar staan, durf ik niet.
We hebben daar ook gauw een krabbeltje van gemaakt, meneer.
Meneer, mag ik u iets vragen?
Een van meneer Peabody’s eigenaardigheden was dat hij zijn beste waren in de etalages placht uit te stallen.
Ik blijf hier om een paar woorden met deze meneer te wisselen.

Tradukoj

afrikansomeneer; heer
albanazotëri
anglaMr.; mister; sir
angla (malnovangla)dryhten; hlaford; frea
ĉeĥapan
danaherr; herre
esperantosinjoro
feroaharra; harri
finnaherra
francamonsieur
germanaHerr
hispanacaballero; señor
hungarabácsi; úr
islandaherra
italasignore
jamajka-kreolasa; Mista; Maas
katalunasenyor
latinodominus
luksemburgiaHär
malajaTuan
norvegaherr; herre
okcidenta frizonahear; mynhear
papiamentokabayero; menér; señor
polapan
portugalaamo; patrão; senhor
rumanadomnul
rusaгосподин
saterlanda frizonaHeer
svahilobwana
svedaherr; herre
tajaนาย; สุภาพบุรุษ
turkabay; bey; beyefendi