Informatie over het woord verdedigen (Nederlands → Esperanto: defendi)

Synoniemen: opkomen voor, verweren

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/vərˈdedəɣən/
Afbrekingver·de·di·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) verdedig(ik) verdedigde
(jij) verdedigt(jij) verdedigde
(hij) verdedigt(hij) verdedigde
(wij) verdedigen(wij) verdedigden
(jullie) verdedigen(jullie) verdedigden
(gij) verdedigt(gij) verdedigdet
(zij) verdedigen(zij) verdedigden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) verdedige(dat ik) verdedigde
(dat jij) verdedige(dat jij) verdedigde
(dat hij) verdedige(dat hij) verdedigde
(dat wij) verdedigen(dat wij) verdedigden
(dat jullie) verdedigen(dat jullie) verdedigden
(dat gij) verdediget(dat gij) verdedigdet
(dat zij) verdedigen(dat zij) verdedigden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
verdedigverdedigt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
verdedigend, verdedigende(hebben) verdedigd

Voorbeelden van gebruik

Wij hebben nauwelijks voldoende mannen om het kasteel te verdedigen.
Zelfs zonder vestingswerken zouden twintig vastberaden soldaten de kloof kunnen verdedigen tegen een heel leger.
In Kiëv zijn militaire voertuigen van het Oekraïense leger gearriveerd om de hoofdstad te verdedigen, meldt persbureau Reuters.

Vertalingen

Catalaansdefensar
Deensforsvare
Duitsbehaupten; verteidigen; abwehren
Engelsdefend
Engels (Oudengels)awerian; werian
Esperantodefendi
Faeröersverja
Fransdéfendre
Hongaarsóv; véd
IJslandsvarða
Italiaansdifendere
Latijndefendere
Papiamentsdefendé
Poolsbronić
Portugeesdefender; proteger; pugnar por; resguardar
Roemeensapăra
Saterfriesbeschutsje; beskutsje; ferdäägenje
Spaansdefender
Tagalogmagtanggól
Tsjechischbránit; hájit; obhajovat
Westerlauwers Friesferdigenje; ferwaarje
Zweedsförsvara; värja; värna