Informatie over het woord bewegen (Nederlands → Esperanto: decidigi)

Synoniemen: belezen, doen besluiten, overhalen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/bəˈʋeɣə(n)/
Afbrekingbe·we·gen

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) beweeg(ik) bewoog
(jij) beweegt(jij) bewoog
(hij) beweegt(hij) bewoog
(wij) bewegen(wij) bewogen
(jullie) bewegen(jullie) bewogen
(gij) beweegt(gij) bewoogt
(zij) bewegen(zij) bewogen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) bewege(dat ik) bewoge
(dat jij) bewege(dat jij) bewoge
(dat hij) bewege(dat hij) bewoge
(dat wij) bewegen(dat wij) bewogen
(dat jullie) bewegen(dat jullie) bewogen
(dat gij) beweget(dat gij) bewoget
(dat zij) bewegen(dat zij) bewogen
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
beweegbeweegt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
bewegend, bewegende(hebben) bewogen

Voorbeelden van gebruik

Daarna zal ik ze wel kunnen bewegen ons die twee uit te leveren.

Vertalingen

Duitszu einem Entschluß bewegen
Engelsmove; induce; impel
Esperantodecidigi
Fransdéterminer
Portugeesfazer que alguém decida
Westerlauwers Friesoerhelje