Information about the word schaamteloos (Dutch → Esperanto: senhonta)

Synonyms: brutaal, driest, onbeschaamd

Part of speechadjective
Pronunciation/ˈsxamtəlos/
Hyphenationschaam·te·loos

Degrees of comparison

Positiveschaamteloos
Comparativeschaamtelozer
Superlativemeest schaamteloos

Declension

 PositiveComparativeSuperlative
Predicativeschaamteloosschaamtelozer(het) meest schaamteloos, (het) meest schaamteloose
AttributiveIndefiniteMasculine and feminine pluralschaamtelozeschaamtelozeremeest schaamteloze
Indefinite singularschaamteloosschaamtelozermeest schaamteloos
Pluralschaamtelozeschaamtelozeremeest schaamteloze
Definiteschaamtelozeschaamtelozeremeest schaamteloze
Partitiveschaamteloosschaamtelozers 

Translations

Catalandesvergonyit; pocavergonya
Englishbrazen; impudent
Esperantosenhonta
Germanimpertinent; unverfroren; unverschämt; schamlos; gemein; unflätig
Greekαδιάντροπος
Russianбесстыдный
Saterland Frisianuunferschoomd; uunferskoomd
Spanishdesvergonzado
Swedishskamlös
Turkisharlanmaz
West Frisianskamteleas