Informatie over het woord homo (Nederlands → Esperanto: samseksemulo)

Synoniemen: flikker, homofiel, homoseksueel, poot, nicht

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɦomo/
Afbrekingho·mo
Geslachtmanlijk
Meervoudhomo’s

Voorbeelden van gebruik

De mening van de aartsbisschop zorgde voor furieuze reacties van activisten voor gelijke rechten van homo’s.
Wil je dat onze kinderen homo worden?
Nederland was in 2001 het eerste land ter wereld waar homo’s konden trouwen.

Vertalingen

DuitsSchwuler; Homosexueller; Homi
Engelshomosexual
Esperantosamseksemulo; gejo; homoseksualulo
Franshomosexuel
Nederduitshomoseksueel
Thaisกะเทย
Westerlauwers Frieshomofyl