Informatie over het woord naamgenoot (Nederlands → Esperanto: samnomulo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈnamɣənot/
Afbrekingnaam·ge·noot

Voorbeelden van gebruik

Mijn naamgenoot was de enige van „ons troepje” die het in de les, bij ons spel en bij onze ruzies tegen mij op durfde te nemen.

Vertalingen

Albaneesadash
Engelsnamesake
Esperantosamnomulo
Papiamentstokai
Spaanstocayo
Turksadaş