Informatie over het woord duren (Nederlands → Esperanto: daŭri)

Synoniemen: aanhouden, beklijven, standhouden, voortduren, voortgang vinden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈdyːrə(n)/
Afbrekingdu·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(hij) duurt(hij) duurde
(zij) duren(zij) duurden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat hij) dure(dat hij) duurde
(dat zij) duren(dat zij) duurden
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
durend, durende(hebben) geduurd

Voorbeelden van gebruik

Het duurde nog een half uur voordat de walvis tekenen van uitputting begon te vertonen.
Het tumult duurde niet lang.
Hoelang zal het duren om het schip geladen te krijgen?
De laatste tien jaren duurde het gemiddeld 98 dagen voordat het 20 graden werd.
Dat duurt nog zo lang.

Vertalingen

Afrikaansduur; voortduur
Catalaansdurar
Deensvare
Duitsdauern; währen; sich hinziehen
Engelsendure; last
Esperantodaŭri; plui
Faeröersvara
Finskestää
Franscontinuer; durer
Hongaarstart
Italiaansdurare
Luxemburgsdaueren
Nederduitsduren
Papiamentsdura
Poolstrwać
Portugeescontinuar; durar; permanecer; prolongar‐se
Saterfriesduurje
Spaansdurar
Thaisกินเวลา
Westerlauwers Friesduorje