Informo pri la vorto salaris (nederlanda → esperanto: salajro)

Sinonimoj: bezoldiging, gage, loon, traktement, verdienste, wedde

Vortspecosubstantivo
Prononco/saˈlaːrɪs/, /saˈlaːrəs/
Dividosa·la·ris

Uzekzemploj

Burgemeesters hoeven voorlopig niet te rekenen op een hoger salaris.
Bijna tweevijfde (39 procent) van de Nederlandse bedrijven bevriest de salarissen dit jaar.
Het salaris van de andere vier staken zij in de zak.
Hij kan zijn salarissen niet meer betalen.
Om het niet weer te vergeten, regelde hij meteen het salaris van Joost en daarna maakte hij een afspraak met doctorandus Zielknijper, die hem gelukkig nog dezelfde ochtend ontvangen kon.

Tradukoj

afrikansosalaris; loon
anglasalary; pay
danagage; løn
esperantosalajro
feroaløn
finnapalkka
francaappointements; gaine; salaire
germanaGage; Gehalt; Salär
hispanasalario
islandalaun
italapaga; salario
katalunasalari; sou
latinoaes; merces
luksemburgiaLoun
malajagaji; salaris
okcidenta frizonafertsjinst; gaazje; lean
papiamentoganamentu; salario; sueldo
portugalaordenado; salário
saterlanda frizonaGehalt; Loon; Salär
svahilomshahara
svedaarvode; avlöning; lön; sold
turkamaaş