Informatie over het woord stijf (Nederlands → Esperanto: rigida)

Synoniemen: houterig, star, stram, stug

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/stɛi̯f/
Afbrekingstijf

Trappen van vergelijking

Stellende trapstijf
Vergrotende trapstijver
Overtreffende trapstijfst

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOvertreffende trap
Predicatiefstijfstijver(het) stijfst, (het) stijfste
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudstijvestijverestijfste
Onzijdig enkelvoudstijfstijverstijfst
Meervoudstijvestijverestijfste
Bepaaldstijvestijverestijfste
Partitiefstijfsstijvers 

Voorbeelden van gebruik

Hij stond op, rekte zich uit en bemerkte tot zijn verrassing dat hij niet stijf was.
Zijn handen begonnen stijf te worden, en koud.
Reiths benen begonnen stijf te worden.
Mijn rug is stijf, mijn schouders doen pijn, mijn gezicht gloeit, mijn ogen branden.

Vertalingen

Catalaansrígid
Deensstiv
Duitsstarr; steif; spröde
Engelsrigid; stiff
Esperantorigida
Faeröersstívur
Finskankea
Fransraide; rigide
IJslandsstirður
Italiaansrigido
Jamaicaans Creoolskris
Papiamentssteif
Portugeeshirto; rígido; teso
Saterfriesholten; stieuw
Spaansrigido; rígido
Sranansteyfi
Westerlauwers Friesstiif
Zweedsstyv