Informatie over het woord wortel (Nederlands → Esperanto: radiko)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈʋɔrtəl/
Afbrekingwor·tel
Geslachtmanlijk
Meervoudwortels

Voorbeelden van gebruik

Toen hij de boom niet snel genoeg met wortel en al uit de grond kon trekken, begon hij er met zijn kolossale kop tegen te duwen.
Ik wist dat we deze afschuwelijke val die ongetwijfeld zou eindigen op de dikke wortels op de bodem van het bos, niet zouden overleven.
Bladeren en wortels ontbreken.
Jammerend draafde hij door het woud, struikelend over wortels en gestriemd door takken, totdat hij ten slotte aan de rand van het bos een vijver vond.
Ze struikelde over een wortel en viel.

Vertalingen

Afrikaanswortel
Catalaansarrel; rel
Deensrod
DuitsWurzel
Engelsroot; radix
Esperantoradiko
Faeröersrót
Fransracine
Hawaiaansaʻa; mole; weli
Hongaarsgyökér
IJslandsrót
Jamaicaans Creoolsruut
Jiddischװאָרצל
Kabylischaẓar
Latijnradix
LuxemburgsWuerzel
Maleisakar
Noorsrot
Papiamentsrais
Poolsrdzeń; korzeń
Portugeesraiz
Russischкорень
SaterfriesWuttel
Schots-Gaelischfreumh
Spaansraíz
Srananrutu
Swahilimzizi
Thaisราก
Tsjechischkořen; odmocnina
Westerlauwers Frieswoartel
Zweedsrot