Information über das Wort civiliseren (Niederländisch → Esperanto: civilizi)

Synonym: beschaven

WortartVerb
Aussprache/siviliˈzerə(n)/
Trennungci·vi·li·se·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) civiliseer(ik) civiliseerde
(jij) civiliseert(jij) civiliseerde
(hij) civiliseert(hij) civiliseerde
(wij) civiliseren(wij) civiliseerden
(jullie) civiliseren(jullie) civiliseerden
(gij) civiliseert(gij) civiliseerdet
(zij) civiliseren(zij) civiliseerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) civilisere(dat ik) civiliseerde
(dat jij) civilisere(dat jij) civiliseerde
(dat hij) civilisere(dat hij) civiliseerde
(dat wij) civiliseren(dat wij) civiliseerden
(dat jullie) civiliseren(dat jullie) civiliseerden
(dat gij) civiliseret(dat gij) civiliseerdet
(dat zij) civiliseren(dat zij) civiliseerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
civiliseerciviliseert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
civiliserend, civiliserende(hebben) geciviliseerd

Übersetzungen

Deutschbilden; gesittet machen; zivilisieren; verfeinern; kultivieren
Englischcivilize
Esperantocivilizi
Katalanischcivilitzar
Polnischcywilizować
Portugiesischcivilizar; dar civilização; domesticar; policiar
Saterfriesischbildje; bilgje; zivilisierje
Spanischcivilizar
Tschechischcivilizovat
Ungarischcivilizál