Informasie oor die woord juist (Nederlands → Esperanto: preciza)

Sinonieme: precies, accuraat, scherp, secuur, stipt, zorgvuldig

Woordsoortbyvoeglike naamwoord
Uitspraak/jœʏ̯st/
Afbrekingjuist

Trappe van vergelyking

Stellende trapjuist
Vergrotende trapjuister
Oortreffende trapmeest juist

Verbuiging

 Stellende trapVergrotende trapOortreffende trap
Predikatiefjuistjuister(het) meest juist, (het) meest juiste
AttributiefOnbepaaldManlike en vroulike meervoudjuistejuisteremeest juiste
Onsydige enkelvoudjuistjuistermeest juist
Meervoudjuistejuisteremeest juiste
Bepaaldjuistejuisteremeest juiste
Partitiefjuistsjuisters 

Vertalinge

Afrikaanspresies
Duitsbestimmt; bündig; exakt; genau; präzis; präzise; pünktlich
Engelsexact; precise
Esperantopreciza
Faroëesnágreiniligur; neyvur
Finstarkka
Fransprécis
Italiaansaccurato
Katalaansprecís
Nederduitsnauwköärig
Papiamentspresis
Poolsdokładny; precyzyjny
Portugeescerto; exacto; preciso
Saterfriesbestimd; exakt; gnau; kuut; seküür
Spaanspreciso
Sweedsackurat; noga; precis
Tsjeggiespřesný
Turkstam
Wes‐Frieskrekt; presiis