Informatie over het woord finish (Engels → Esperanto: fini)

Synoniemen: conclude, end, terminate, bring to an end, put the kibosh on, put an end to, have finished

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈfɪnɪʃ/
Afbrekingfin·ish
Shaw‐alfabet𐑓𐑦𐑯𐑦𐑖

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) finish(I) finished
(thou) finishest(thou) finishedst
(he) finishes, finisheth(he) finished
(we) finish(we) finished
(you) finish(you) finished
(they) finish(they) finished
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(I) finish (I) finished
(thou) finish(thou) finished
(he) finish(he) finished
(we) finish(we) finished
(you) finish(you) finished
(they) finish(they) finished
Gebiedende wijs
finish
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
finishingfinished

Vertalingen

Afrikaansbeëindig
Catalaansacabar
Deensfuldende
Duitsbeenden; beendigen; erledigen; vollenden; abschließen
Esperantofini
Faeröersenda
Finslopetta
Franscesser; finir; terminer
Italiaansfinire
Nederlandsafmaken; beëindigen; uitmaken; voleindigen; eindigen
Papiamentsfinalisá; kaba; terminá
Poolskończyć
Portugeesacabar
Roemeenstermina
Saterfriesbe‐eendje; besluute; eendigje; eendje; oumoakje
Spaansacabar
Thaisเสร็จ
Turksbitirmek
Westerlauwers Friesbesljochtsje; dien meitsje; ôfmeitsje; klear wêze mei
Zweedsfullborda; ända