Informatie over het woord tijdvak (Nederlands → Esperanto: periodo)

Synoniemen: periode, stratum

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtɛi̯tfɑk/
Afbrekingtijd·vak
Geslachtonzijdig
Meervoudtijdvakken

Voorbeelden van gebruik

In dit tijdvak heerste er een droger klimaat en beleefden de coniferen een bloeitijd.

Vertalingen

Afrikaanstydperk; periode
Albaneesafat
Catalaansperíode
Deensperiode
DuitsPeriode
Engelsperiod
Engels (Oudengels)fierst
Esperantoperiodo
Franspériode
Papiamentsperiodo
Portugeesperíodo
SaterfriesPeriode
Spaansperiodo
Srananperiodi
Thaisตอน
Zweedsperiod; skede