Informatie over het woord verleden (Nederlands → Esperanto: pasinta)

Synoniemen: afgelopen, laatstleden, verschenen, vervlogen, voorbij, over, achter de rug

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/vərˈledə(n)/
Afbrekingver·le·den

Vertalingen

Afrikaansafgelope; verlede
Deensforbigangen
Duitsvorig; vergangen
Engelslast; past
Esperantopasinta
Faeröersfarin; liðin; seinastur
Franspassé
Italiaanspassato
Papiamentspasá
Portugeespassado
Saterfriesfoarich
Spaanspasada
Zweedsförgången