Dictionnaire de traduction
néerlandais | anglais (traduit indirectement) | espéranto |
---|---|---|
(ongedwongen; ongegeneerd; vrijmoedig; vrijpostig) | carefree ; free and easy ; relaxed | |
(aardig; tamelijk; redelijk) | fairly ; | |
🔗 Misschien maak ik daarom een vrij goedhartige indruk. | ||
(los) | loose | malstreĉita |
(leeg; onbezet; open) | ; unoccupied ; | |
(los) | loza | |
(los; op vrije voeten) | ; at large | |
🔗 Een 58‐jarige vrouw uit Langenboom, die wordt verdacht van mishandeling van een aantal pleegkinderen, is weer vrij. | ||
(los; ongedwongen; vrijelijk; vrijuit) | freely | |
🔗 Ik kan dus vrij over hem schrijven. | ||
(gratis; kosteloos) | ||
(onbezet) | ; | |
🔗 Er komt een kamer vrij in ons huis. | ||
(onbelemmerd) | unchecked |
néerlandais | anglais |
---|---|
kreukvrij | crease‐proof; crease‐resistant; non‐crease; non‐creasing; non‐iron; uncrushable; winkle‐proof |
kreuken | crease; crumple; crumple up; rumple |
vrij | at large; at liberty; clear; disengaged; exempt; exposed; fairly; footloose; free; freely; heart‐whole; in the clear; loose; off duty; open; open‐ended; pretty; quit; rather; tolerably; unfettered; unlimited; unoccupied; unrestricted; untinged; vacant; self‐contained; uncommitted; unconventional; unengaged; at leisure; not engaged; leisure; spare; idle |