aftoppen; baret; dop; dopje; een graad verlenen; een muts opzetten; kap; klak; klappertje; met een nog sterker verhaal uit de bus komen; muts; overtreffen; pakpapier; pet; petje; slaghoedje; van een dopje voorzien
toe
een schop geven; een teen aanzetten; met de tenen aanraken; neus; punt; teen