Translation dictionary
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(obturate) | ; | obturi |
(stamp) | ; ; | sigeli |
(sigil) | ||
🔗 Even finding the seals on his saddlebags untouched was small comfort. | ||
🔗 Since the sharks feed on seals, a decrease in sharks would mean a corresponding increase in the seal population, which in turn would affect the fish population. | ||
(stamp; sticker) | zegelafdruk | |
(sticker) | sluitzegel ; sticker |
English | Dutch |
---|---|
sealed | dichtgeplakt; gesloten; gezegeld |
a sealed book | een gesloten boek |
my lips are sealed | ik mag niks zeggen; ik zeg niks |
sealed up | dichtgeplakt |
seal | afsluiting; bezegelen; bezegeling; cachet; dichtplakken; lak; lakken; op zeehonden jagen; rob; robbevel; signet; sluiten; sluiting; stempel; stempelen; verzegelen; zeehond; zegel; zegelen |
unsealed | ongezegeld; ontzegeld; onverzegeld; open |