Translation dictionary
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(stoke) | ||
(sexual desire; sexual excitement) | ||
(ardour; glow; passion) | ; | |
🔗 Scorching heat also hit California and parts of the Southwest late last week, with record‐setting temperaures recorded in Los Angeles. | ||
(warm) | ; ; | varmigi |
(uncritical; hare‐brained) | senpripensa | |
(adventuresome; adventurous; hazardous; risky; unsafe) | ; ; ; waaghalzerig ; | |
waaghalzig | riskema | |
(exanthema) | ; |
English | Dutch |
---|---|
heat‐rash | warmte‐uitslag |
heat | afvalwedstrijd; broeien; bronst; gloed; heet maken; heet worden; heetlopen; heftigheid; heten; hitte; loop; manche; opwinden; seriewedstrijd; verhitten; verwarmen; vuur; warm maken; warm worden; warmen; warmlopen; warmte |
rash | aalwaardig; aalwarig; huiduitslag; lichtvaardig; onbedachtzaam; onbekookt; onbesuisd; onbezonnen; ondoordacht; overhaast; overhaastig; overijld; roekeloos; stroom; uitslag; voorbarig |