Translation dictionary
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(advert; advertisement) | ||
(advert; advertisement) | ; | |
; | ||
🔗 Rand was too tired, too stunned, to speak. | ||
(talk) | ; | |
🔗 Speak, and you go free. | ||
; | ||
🔗 Most of the people CNN spoke with said they went via the United Arab Emirates or India. |
English | Dutch |
---|---|
adspeak | reclamejargon; reclametaal |
ad | advertentie; annonce |
speak | aanslaan; aanspreken; een rede houden; in het openbaar spreken; met elkaar spreken; praaien; praten; redevoeren; spreken; spreken van; sprekend zijn; tegen elkaar spreken; uitdrukken; uitspreken; zeggen; zich laten horen |