Translation dictionary

Source language
 
Target language
90.655 words
 
19.930 words
Word to be translated
DutchPortuguese (translated indirectly)Esperanto
(over)
após
;
atrás de
;
depois de
;
por trás de
🔗 Na mijn woorden bleef het doodstil.
(naderhand; vervolgens)
atrás
;
depois
;
em seguida
🔗 En daarna bent u haastig in de bomen geklommen.
(daarop; vervolgens)
depois
;
em seguida
;
logo
🔗 Niet lang daarna kwam Pee Pastinakel voorbij.
(imiteren; nadoen; navolgen)
copiar
;
imitar
(buur; buurman)
vizinho
🔗 Maar ik smeek u, sta mij eerst toe met de koning van Rohan te spreken, mijn nabuur, en eens mijn vriend.
(echo; naklank; weerklank)
eco
(dessert; toespijs; toetje)
sobremesa
🔗 Toen het nagerecht was verorberd, gaf hij mij een wenk hem naar zijn studeervertrek te volgen.
(toedichten; toeschrijven)
atribuir
;
conferir
;
imputar
;
julgar
🔗 Ik moet ze hun prestaties nageven.
(herfst)
outono
🔗 De zomer is mooi, maar het najaar heeft iets knus, vind je niet, Ollie?
(nagalm; weerklank)
eco
ecoar
;
fazer eco
;
ressoar
papaguear
(epiloog)
epílogo
(postscriptum)
observação
;
pós‐excrito
buscar
;
investigar
;
procurar
recordar
;
reiterar
;
repetir
(najagen; streven naar)
aspirar
;
desejar vivamente
;
pretender
🔗 Volgens de rechter pleegde de islamitische beweging weliswaar geen aanslagen, maar streefde de groep dat wel na.
dublar
;
fazer dublagem
(herhalen)
repetir
;
replicar
(herhalen; repeteren)
recordar
;
reiterar
;
repetir