Vertaalwoordenboek
Nederlands | Zweeds (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(kist; kast) | kista ; lår | |
kar | ||
🔗 De dienaar keek roerloos toe terwijl de bak zich vulde met het dampende water. | ||
färja | ||
(grap; mop; scherts) | fars ; narri ; puts ; skoj ; skämt ; upptåg ; vits | |
(bajes; gevang; gevangenis; nor; lik; pot) | fängelse | |
🔗 Als ik zou zeggen wat ik denk, zat ik in de kortste keren in de bak. | ||
(spijs) | mat ; maträtt | |
(bikken; nuttigen; vreten) | spisa ; äta | |
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten. | ||
(maaltijd) | måltid |
Het woord etensbak kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.