Vertaalwoordenboek
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
bater ; golpear ; percutir | ||
🔗 Hij klopte op zijn rechterbroekzak. | ||
(pulseren) | palpitar ; pulsar | pulsi |
(overeenstemmen) | acordar ; estar de acordo | |
🔗 Klopt dit met jouw opvatting over de identiteit van de moordenaar? | ||
(sein) | aceno ; signo ; sinal | |
🔗 Dit vuur is het signaal. | ||
(teken) | marca ; ponto ; sinal | |
🔗 Waarom werd ik dan door zo’n overduidelijk signaal hierheen gelokt? |
Het woord klopsignaal kon door ons niet in de geselecteerde doeltaal vertaald worden.