Vertaalwoordenboek
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(terug) | para trás | |
extratar | ||
🔗 In de eetkamer zette hij koffie en daarna zat hij een half uur te luisteren naar het zuchten van het water over het plat en toen ging hij naar zijn kooi. | ||
compor | ||
(doen; plaatsen; steken; stoppen) | colocar ; meter ; pôr | |
🔗 Ze naderde met een bord soep, dat ze voorzichtig op zijn knieën zette. | ||
montar | munti | |
(neerzetten; oprichten; opslaan; stellen; vestigen) | arvorar ; erguer ; erigir ; estabelecer ; fundar ; levantar ; pôr de pé |
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Engels |
---|---|---|
achteruitzetten | atrasar | put back |