Vertaalwoordenboek
Nederlands | Portugees (indirect vertaald) | Esperanto |
---|---|---|
(arriveren; belanden) | chegar | |
🔗 Hoe laat kwamen jullie daar aan? | ||
(aanraken; toucheren) | bulir ; mexer ; tocar | |
(aanstaand; komend) | próximo | |
🔗 Het zou gaan om de voorbereiding op een aankomend Oekraïens offensief tegen Rusland. | ||
chegada | ||
🔗 Op de dag na aankomst zult u een telegram uit Engeland ontvangen. | ||
chegar ; ir ; vir | ||
🔗 Maar stil, wie komt daar? |